Historie van de kerk

Geschiedenis

Op een wierde, omringd door een oud smeedijzeren hek – ontworpen door de architect P.M. Kruizinga – staat de kerk van Klein Wetsinge.  De kleine zaalkerk werd, getuige de gevelsteen, gebouwd in 1840 ter vervanging van de in verval geraakte en afgebroken middeleeuwse kerken van Wetsinge en Sauwerd. Deze nieuwe kerk, in neoclassicistische stijl, kwam centraal te liggen ten opzichte van beide kerkelijke gemeenten. In de toren kwam de uit 1609 stammende luidklok van de kerk van Sauwerd te hangen. De originele houten kansel is waarschijnlijk afkomstig uit de oude kerk van Wetsinge.

De gevels zijn opgemetseld in rode baksteen op een laag trasraam van gesinterde rode baksteen. De voorgevel wordt door pilasters in drie velden verdeeld, waarvan die naast de entree de geornamenteerde kroonlijst lijken te ondersteunen. In de buitenste gevelvelden zitten grote rondboogvensters. Boven de entree zit een gevelsteen met opschrift, en daar weer boven een klein rondboogvenster. Overige rondboogvensters, zowel blinde als gewone, bevinden zich in de noord- en zuidgevels, die elk zes gevelvelden hebben. De houten dakruiter heeft een vierkante onderbouw, met een achthoekig opgewerkt middenstuk, met daarin de luidklok; het middenstuk wordt gedekt door een achthoekige spits. Het gebouw wordt gedekt door een samengesteld zadel-schilddak van zwart geglazuurde pannen.

Het interieur heeft enkele wijzigingen ondergaan, zo zijn de banken verdwenen en zijn de ruimten aan weerszijden van het portaal niet origineel. De zaal wordt gedekt door een houten tongewelf, verstevigd met ijzeren trekstangen.

Aan de oostzijde is een door twee gietijzeren zuilen gesteunde verdieping voor het orgel. Het orgel is in 1914 door J. Doornbos geplaatst; in 1984 en 1985 zijn er pogingen gedaan het orgel weer bespeelbaar te maken, maar dat is uiteindelijk niet gelukt omdat de windlade te slecht bleek te zijn.